Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Mensenkind! [3]zet uw aangezicht tegen [4]Farao, den koning van Egypte, en profeteer tegen hem, en tegen het ganse Egypte. 3. Zie boven hfdst.6 vs.2. 4. Dezen houden sommigen geweest te zijn Farao Hofra. Zie Jer.44:30, met de aantekening. Uit welke plaats afgenomen wordt dat hij schijnt geleefd te hebben ten tijde als de Joden, na Jeruzalems verwoesting door Nebukadnezar, vluchtten in Egypte. Anders was Farao een algemene naam der koningen van Egypte. Zie Gen.12:15.